Geschiedenis

Middelburg, van laag tot hoog € 15,00
Middelburg, van laag tot hoog

Voor een stad in laag-Nederland vertoont Middelburg opvallend veel hoogteverschillen - misschien niet spectaculair, maar wel heel kenmerkend. Wie bijvoorbeeld fietsend of lopend de 'klim' maakt van de Balans naar de Groenmarkt, ervaart het hoogteverschil van om en nabij vijf meter (!) aan den lijve. En zo kent de binnenstad heel veel meer saillante hoogteverschillen. Voor het eerst wordt nu verklaard welke hoogteverschillen er zijn en met welke achtergrond. Dat betekent uitleg over de hogere kreekruggen waarop de oudste straten liggen; over de rol van de aanleg van Molenwater, oude en nieuwe haven; en over het weinig bekende effect van de wederopbouw, toen extra hoogteverschillen in de binnenstad zijn aangebracht. Een leemte in de geschiedenis van Middelburg wordt hiermee opgevuld. En een nieuwe kijk op de stad-van-vandaag geboden. Veel illustraties maken aanschouwelijk waarop bewoners én bezoekers van Middelburg moeten letten. Met deze geheel nieuwe invalshoek draagt deze publicatie niet alleen bij aan de geschiedschrijving van de stad, maart leert ze de lezer ook te kijken naar onvermoede aspecten van de omgeving. Dr. A.P. (Aad) de Klerk is historisch geograaf, promoveerde in 2003 op het proefschrift 'Het Nederlandse landschap, de dorpen in Zeeland en het water op Walcheren', en was onder andere auteur van de 'Historische atlas van Zeeland'(2015 tweede druk 2021).

Françoise € 17,95
Françoise

Françoise van der Wiele wordt als tweede dochter van kleermaker Gerard van der Wiele in 1836 geboren in Axel. Zij groeit op in een gelukkig gezin. Helaas verliezen haar ouders vier dochtertjes op jonge leeftijd. Haar vader overlijdt op 42-jarige leeftijd, een bittere slag voor moeder en kinderen. Françoise moet al gauw als dienstmeisje gaan werken. In 1854 ontmoet ze Hans Hottinga uit Friesland, waar ze een jaar later mee trouwt. Hans verdient een goede boterham als blikslager. Het echtpaar krijgt vier kinderen. Hans wordt evenmin oud, slechts 32, sterft hij aan tbc. Françoise kan het niet begrijpen, waarom zo jong, haar verdriet is heftig. Na drie jaar hertrouwt ze met Jan Leeuwe, onderwijzerszoon uit Ellewoutsdijk. Aanvankelijk lacht het leven haar weer toe. Er komt nog een zoontje, ook een Jan. Het geluk duurt anderhalf jaar. Jan wordt ingerekend door de veldwachter in Axel, hij blijkt een sluwe crimineel. In de strafgevangenis moet hij drie jaar ‘zitten’. Na het einde van zijn straf is hij twee tot drie weken op vrije voeten. Dit herhaalt zich enkele malen. De laatste keer komt hij niet eens meer naar huis. Haar levensverhaal vertelt ze aan haar kinderen in brieven, waarbij ze uitdrukkelijk stelt deze brieven pas gelezen mogen worden na haar dood.

Ghijsen op Walcheren € 45,00
Ghijsen op Walcheren

De rol van Carolus Matheus Ghijsen op Walcheren is groot geweest. Hij is sterk betrokken bij het ontwerp en de bouw van de schutsluis in Veere tussen 1868 en 1873. Daarna is hij firmant geworden bij de stoomhoutzagerij Walcheren in Middelburg, die hij samen met G. Alberts heeft opgericht en uitgebouwd tot een grote houthandel. Betrokkenheid bij het welzijn van het personeel is voor hem belangrijk. Veel ander charitatief werk is met hart en ziel ondersteund door zijn echtgenote Nelly Proos. Pim van Geuns (Rheden 1943) is werkzaam geweest in de IT industrie. In zijn vrije tijd onderzoekt hij familie historie en de geschiedenis van daarmee verband houdende ondernemingen. Hij is een achterkleinzoon van Carolus Matheus Ghijsen. Van zijn hand verschenen eerder: De Zaanstroom, De Koninklijke Cacao en Chocoladefabrieken De Erve H. de Jong in Wormerveer en Tribuswinkel (Ö) © 2008 Stichting Uitgeverij Noord-Holland, De Familie Schoute 1630-heden Handelaren in Olie, Fabrikanten van Cacao en Chocolade en Beoefenaren van de Wetenschap © 2008 Stichting Uitgeverij Noord-Holland.

Het vergeten werk € 19,00
Het vergeten werk

Op 1 februari 1953 werd Nederland getroffen door een grote watersnood, met name in Zeeland, Zuid-Holland en westelijk Noord-Brabant. Over deze tragedie is veel geschreven; vooral veel aandacht kregen de veertig-, vijftig- en zestigjarige herdenkingen van ‘De Ramp’, zoals de watersnood in de collectieve herinnering is blijven voortleven. Vooral in 2003 verschenen er boeken, werd over de Ramp geschreven, kwamen exposities tot stand en werden monumenten geplaatst, zoals bij het Watersnoodmuseum te Ouwerkerk, gevestigd in de vier Phoenix-caissons die op 6 november 1953 gebruikt werden bij de sluiting van het laatste dijkgat bij Ouwerkerk. Over de tijd tussen de Ramp zelf en de sluiting bij Ouwerkerk is niet zoveel gepubliceerd. Schouwen-Duiveland is soms betiteld als ‘het vergeten eiland’, omdat het tijdens de eerste dagen van de watersnood weinig of geen aandacht kreeg. Terwijl het achteraf gezien het zwaarst getroffen gebied bleek te zijn, met de meeste en moeilijkst te sluiten stroomgaten. Vandaar de titel ‘Het vergeten werk’ voor deze publicatie. Het is mijn eigen verhaal over de betreffende periode, met veel eigen foto’s van wat door de dijkwerkers tot stand is gebracht: een eerbetoon aan de werkers aan het dijkherstel op Schouwen Duiveland in 1953 – 1954. Gerrit van Oord (1935– 2021) maakte in zijn woonplaats Werkendam de watersnood mee, waarbij hij werd ingezet in het eigen gebied en de Biesbosch. Op 16 februari vertrok hij naar Schouwen om te werken aan de diverse dijkdichtingen aldaar. In bezit van een fototoestel legde de jonge, maar al ervaren rijswerker Van Oord het leven en werk van een flinke groep streekgenoten, bijna allemaal rijswerkers, vast. Bij zijn overlijden lag er een compleet manuscript van zijn verhaal ‘Wat gebeurde er na de Watersnood van 1953?’. Met veel eigen foto’s, details en namen van zijn collega’s en in vlotte stijl geschreven voegt het boek feiten en meningen over de dijksluitingen toe aan de geschiedschrijving.

Wees niet bang € 25,00
Wees niet bang

Piet Oosterling (1945-2018), een bakkerszoon uit Groede in Zeeuws-Vlaanderen, had lang zijn thuisbasis in de Haarlemmermeer, maar zijn vindingen werden en worden over de hele wereld toegepast. 'Geen saai bestaan,' noemde hij zijn leven in een terugblik, daarbij opmerkend dat uitvinden hem 'in het bloed' zat. Piets levensverhaal lijkt nu en dan op het sprookje van Klein Duimpje en de Reus, zoals bij het op de markt brengen van de melkrobot oftewel het Automatisch Melksysteem met zijn bedrijf Prolion in de jaren 1990. Ambachtelijk werken leerde hij bij Vicon in Nieuw-Vennep, doorzetten zat in zijn genen. Anderen helpen en stimuleren eveneens. De idealist Piet Oosterling ontwierp op latere leeftijd nog de 'zoetwatermolen' die in droge gebieden drinkwater genereert. 'Bang' kwam niet in zijn woordenboek voor.

Jacobus Bellamy alias Zelandus € 19,50
Jacobus Bellamy alias Zelandus

‘Pas op voor uiterlijke schijn’, waarschuwt Jacobus Bellamy zijn verboden liefde Fransje, ‘bedenk dat die vergulde heertjes zelden brave mannen zijn.’ Aan schijnheiligheid heeft de jonge Vlissingse bakkersknecht en dichter een hekel. Als enkele notabelen zijn talent herkennen en een theologiestudie in Utrecht betalen, grijpt hij de kans om uit Vlissingen weg te komen waar hij zich een ‘gekluisterde geest’ voelt. Hij sluit zich aan bij de patriotten die strijden tegen de heersende almacht van stadhouder Willem V. Onder het pseudoniem Zelandus ontwikkelt hij zich tot spraakmakend dichter en nationaal bekend patriot. Zijn erotische liefdesverzen maken hem mateloos populair onder de ‘juffers’. Hij groeit uit tot een dichter des vaderlands, rebel en blogger avant la lettre, gebruikmakend van de sociale media van zijn tijd. Ook manifesteert hij zich als dwarsdenker en als vernieuwer van de dichtkunst en roept op om van de gebaande paden af te wijken. Maar er is ook veel drama en tragiek: de onmogelijke liefde voor Fransje, zijn steeds slechtere gezondheid, een armoedig bestaan als student. Bellamy’s veel te korte levensloop fascineert, verbaast en intrigeert. Zijn meeslepende levensverhaal is het meer dan waard om voor een hedendaags publiek aan de vergetelheid onttrokken en opnieuw verteld te worden.

Cultuur wordt Kultuur € 25,50
Cultuur wordt Kultuur

Cultuur wordt kultuur Culturele Collaboratie in Zeeland 1940-1944 Toen in mei 1940 het Duitse leger ons land overwon, begon daarmee een bezetting van vijf jaar. Aan deze bezetting zijn uiteraard verschillende aspecten verbonden: behalve de wegvoering van en de moord op de joodse landgenoten, kent de geschiedschrijving van de Tweede Wereldoorlog allerlei politieke, militaire, sociaal-economische aspecten, alsmede elementen van verzet en collaboratie. Een belangrijk doel van de Duitse bezetting was de nazificatie van ons land, van het dagelijkse leven, van de pers en het culturele leven. Over dit laatste gaat het boek waarvoor financiële steun wordt gevraagd. Volgens de nationaal-socialisten mochten de muzen niet zwijgen, als de wapens spraken. Het beïnvloeden van het culturele leven was immers een essentieel onderdeel van de Nieuwe Staatsorde. Hoe pakte dat in Zeeland uit? Dat is de centrale vraag voor dit boek over het culturele leven tijdens de oorlog in Zeeland. In studies over de Tweede Wereldoorlog in de provincie wordt daarvan geen samenhangend overzicht gegeven. In Zeeland 1940-1945 van Levien de Bree uit 1979 beperkte de wereld van kunst en cultuur zich tot enkele bladzijden. Ook in het aanvullende deel van Gijs van der Hams Zeeland 1940-1945 vormt de sector kunst en cultuur, zowel qua aanbod als beleidsmatig een ondergeschikt terrein. In de vierdelige Geschiedenis van Zeeland komt de Tweede Wereldoorlog slechts in bescheiden mate voor. Dat geldt zeker voor het gedeelte over het culturele leven. In deze en andere werken, zoals stadsgeschiedenissen, wordt de nieuwsgierigheid naar het gebied van kunst en letteren, van cultuur en het betere amusement tijdens de oorlog, niet bevredigd. Tijdens het onderzoek naar de historische context van enkele biografische studies ontstond in toenemende mate de behoefte het culturele leven tijdens de bezetting systematisch in kaart te brengen. Ik wilde weten hoe de mensen in de provincie op het gebied van kunst en letteren voorgelicht werden, welke kunstenaars een hoofdrol speelden, wie een bijrol en wie helemaal geen rol. Naar welke films, toneelstukken, concerten, lezingen en concerten konden de Zeeuwen gaan en wat kregen ze voorgeschoteld? Hoe sloegen de kunstenaars in Zeeland zich door die duistere jaren? Wie kozen voor samenwerking met de bezetter en hoe verliep dat? Wat was de rol van de pers op dit gebied? Op landelijk niveau is de laatste jaren veel onderzoek gedaan naar deelaspecten. Er zijn standaardwerken, dissertaties en populaire publicaties op allerlei terreinen: de legale pers, het toneel, het orkestwezen, de radio, de Kultuurkamer, het cultuurbeleid van het ministerie, het cabaret en de film, het boekwezen en nog veel meer, zoals de culturele uitwisseling tussen Nederland en Duitsland, het archiefwezen, de monumentenzorg en de herbouw van beschadigde steden en dorpen. In het beoogde boek wordt juist een samenhangende schets gegeven en wel toegespitst op de provincie Zeeland. Juist door de beperking tot de provincie was een samenhangend overzicht mogelijk, met bovendien veel aandacht voor individuele lotgevallen. Maar de provinciale benadering was nog op een andere wijze interessant. Voor de oorlog was het culturele aanbod in Zeeland beperkt en in hoofdzaak geconcentreerd in Middelburg, in mindere mate in Goes en Vlissingen. Van cultuurspreiding door de overheid was geen sprake en in sommige opzichten was het culturele aanbod zeer bescheiden. Het Duitse bestuur stimuleerde juist in het kader van de nazificatie een breed aanbod van bijvoorbeeld film en cabaretesk amusement. Deze activiteiten zijn des te opvallender omdat Zeeland, onder andere doordat het Sperrgebiet was, een relatief geïsoleerde provincie was. Het Duitse bestuur in Zeeland, met name Beauftragte Münzer, had bovendien grote belangstelling voor de tradities in 'zijn' provincie, met een bevolking van boeren en vissers, met een landelijke, zuiver karakter, met de klederdrachten, het dialect, kortom 'het Zeeuws eigene'. In de nazi-ideologie kwam daarin de volksgeest tot uiting. Culturele activiteiten en publicaties waren tijdens de bezetting alleen mogelijk in samenwerking met en onder aanvaarding van het toezicht van de bezetter. Daarmee gaat dit boek over wat wel genoemd wordt 'culturele collaboratie'. De term komt behalve op omslag, titelblad en in het nawoord nergens voor. Door het culturele leven te beschouwen vanuit het perspectief van verzet of collaboratie, wordt immers, gewild of ongewild, een moreel oordeel geïmpliceerd en dat leek mij niet zinvol en zelfs ongewenst. In de opbouw volgt het boek in eerste instantie het begin van de oorlog, wordt aandacht besteed aan de nationaal-socialistische cultuuropvatting en de vestiging van het Duitse bestuursapparaat. Vervolgens komen de maatregelen voor de pers aan de orde en wijze waarop het Duits bestuur met name op cultureel gebied zich profileerde en zich bemoeide met de herbouw van o.a. Middelburg. In dat verband zijn de activiteiten van de Duitsch-Nederlandsche Kultuurgemeenschap van belang. Voordat uitgebreid het 'uitgaansleven' aan de orde komt, wordt aandacht besteed aan allerlei instellingen, zoals het Zeeuwsch Genootschap met zijn museum en de archieven. In de tweede helft van het boek staan individuele kunstenaars centraal. Aan het slot van het boek komen thema's als internering en zuivering aan bod.

Sociëteit van Essequebo € 18,00
Sociëteit van Essequebo

De maritieme geschiedenis van Middelburg kent een lange traditie van handels- en scheepvaartorganisaties, zoals de VOC, WIC en MCC. Minder bekend is de in 1771 opgerichte 'Societeyt ter Navigatie op Essequebo en annexe Rivieren'. Doorgaans afgekort tot Sociëteit van Essequebo (SvE). De oprichting was het gevolg van een decennialange belangenstrijd tussen Amsterdam en Middelburg om de Zuid-Amerikaanse kolonie Essequebo en Demerary, het huidige Guyana. Om de Zeeuwse krachten te bundelen trok de Sociëteit kapitaal aan door middel van een aandelenemissie, waarvoor zo'n 180 aandeelhouders tekenden. Daarmee kochten de gekozen directeuren fregatten aan voor de vaart op de genoemde kolonie. Tot op heden is nauwelijks aandacht besteed aan dit maritieme bedrijf. Deels kan dit verklaard worden door gemis aan bronnen-materiaal, want tijdens de oorlogsbrand van mei 1940 ging het stadsarchief van Middelburg in vlammen op. De toen al incomplete bedrijfsadministratie van de SvE ging daarbij volledig verloren. Ondanks dit gemis aan archiefmateriaal is de auteur erin geslaagd om de geschiedenis van dit scheepvaartbedrijf te reconstrueren. Daarvoor onderzocht hij enkele tientallen Nederlandse archief-collecties en docu- menten in particulier bezit. Met deze studie wordt een onderbelicht stukje geschiedenis uit het Nederlandse maritieme verleden aan de vergetelheid onttrokken. Over de auteur Ruud Paesie (1956) is maritiem historicus. Hij publiceert over uiteenlopende maritieme onderwerpen, veelal vanuit een Zeeuws perspectief.

Blauwgeruite ziel € 15,50
Blauwgeruite ziel

Vanaf juli 2014 verschijnt wekelijks de bij Vlissingers populaire rubriek Blauwgeruite Ziel in weekkrant De Faam. In deze rubriek komen bijzondere gebouwen, mensen en gebeurtenissen uit de rijke Vlissingse geschiedenis tot leven. Waargebeurde verhalen die de sfeer, herkenning en herinneringen aan het Vlissingen van vroeger doen herleven. Een bewogen geschiedenis met vele hoogte- en dieptepunten. In dit boek zijn 100 afleveringen van Blauwgeruite Ziel gebundeld. Rijk geïllustreerd met foto's uit de grote beeldcollectie van het gemeentearchief Vlissingen. Gemeentearchivaris Ad Tramper schreef het voorwoord. Auteur Gerard van der Hoeven (1956) werkt sinds 2011 als freelance verslaggever voor Weekkrant De Faam. Hij won in 2012 de landelijke Writing4U persprijs voor het beste artikel in een huis-aan-huiskrant. Hij schreef vaker over zijn geboortestad Vlissingen. Hij deed dat voor onder andere de PZC, De Wete en Den Spiegel. Van der Hoeven publiceerde twee boeken over Vlissingen. In 2003 verscheen zijn reconstructie van de spraakmakende roofmoord in De Keersluismoord, een dubbele roofmoord in Vlissingen in 1937. En in 2011 kwam het jubileumboek Piekboek uit over 40 jaar jongerencultuur in Vlissingen, met als middelpunt het jongerencentrum De Piek.

De Vliegende Hollander en Terneuzen € 13,00
De Vliegende Hollander en Terneuzen

De Vliegende Hollander is een spookverhaal over een schip dat eeuwig de wereldzeeën moet bevaren. Het verhaal is in twee eeuwen talloze malen bewerkt. Tegenwoordig kennen veel mensen de Vliegende Hollander van de gelijknamige Efteling-attractie, of de Pirates of the Caribbean films. In Terneuzen heeft de Vliegende Hollander al jaren een speciale plek. Daar heten onder andere een museum-eetcafé, het jaarlijkse shanty-festival, de muziekvereniging en het huis-aan-huisblad naar de dolende kapitein. Dit boek beschrijft hoe het verhaal van de Vliegende Hollander zich over de wereld verspreidde. Hoe een spookschip ook de bijnaam kon worden voor allesbehalve spookachtige paarden, treinen, vulpennen, fietsen, en voetballers. Hoe de Hollander van een lachwekkende figuur veranderde in een Nederlandse held, en hoe het verhaal steeds nieuwe versies presenteert van Nederland als koloniale natie. Bovenal vertelt dit boek waarom de Vliegende Hollander sinds jaar en dag bij Terneuzen hoort, mede dankzij de ooit mateloos populaire schrijver Captain Marryat. Deze toegankelijke cultuurhistorische studie verklaart de populariteit van het verhaal door het te plaatsen in de context van Nederlands-Engelse concurrentie en van nieuwe technologische ontwikkelingen. Het toont de belangrijke functie van verhalen en symbolen voor het vormen van lokale en nationale identiteiten Het boek is het resultaat van een samenwerking tussen de gemeente Terneuzen en de Universiteit Maastricht. Het onderzoeksproject De Vliegende Hollander: van (inter)nationaal symbool tot lokale held werd gefinancierd door de Nederlandse Organisatie voor Wetenschappelijk Onderzoek (NWO) in het kader van het programma Alfa Meerwaarde. dr. Agnes Andeweg is als cultuurwetenschapper werkzaam aan de Universiteit Maastricht en het University College Utrecht. Zij publiceert over Nederlandse literatuur en de internationale gothic novel.

Fort Rammekens € 12,50
Fort Rammekens

De geschiedenis van het fort is nagenoeg bekend. Gebouwd vanaf 1547, de Napoleontische tijd, de Tweede Wereldoorlog. Twijfelt u nog, google het fort dan maar even, dan krijgt u meer dan genoeg info.Schrijfster Jacoline Vlaander (Amsterdam, 1964) is journalist en biografisch schrijfdocent. In 1993 publiceerde zij de biografische schets Bewogen leven, over Nico van Hasselt (1924), de oudste fulltime werkende huisarts in Nederland. Eveneens schrijft zij proza en poëzie.Het fort is een Rijksmonument en sinds 1972 eigendom van Staatsbosbeheer. De restauratie is bedoeld om het verdedigingswerk te stabiliseren. Dat houdt in, dat ‘het verweerde uiterlijk met brokkelende muren en een weelderig wilde plantengroei’ behouden is gebleven. Jacoline Vlaander heeft haar verhaal in vier periodes opgeknipt: 1547-1600, 1600-1795, 1795-1900, 1900-heden. Het valt op dat het fort maar zelden onder vuur heeft gelegen. Als na 1830 de perikelen met België worden opgelost, raakt Rammekens vergeten. In 1869 verliest het zijn status als fort. Pagina 57: ,,Mossen kruipen in kalkrijke mortel. Varens en geurende bloeiers hechten zich behaaglijk tussen de stenen, en geruisloos langs de geruwde muren rukken wilde bramen op. De natuur neemt het langzaam over.” In de Tweede Wereldoorlog geeft de Duitse bezetter het fort weer een militaire functie.

Het Stadhuis Van Veere € 9,90
Het Stadhuis Van Veere

De Engelsman Edward Brown schreef in 1668 over Veere: ‘Deze stad is mede niet onvoorsien van fraije gebouwen. Aan de westzijde vande Markt, die ruim en luchtig is, staat een schoon en heerlijk stadhuis(…)’. En de kroniekschrijver Smallegange schreef in 1696: ‘Aande westzijde, siet men een schoon treffelijk en cierlijk stadhuis (…)’.Brown en Smallegange waren niet de enigen met lovende woordenover het stadhuis. Dit gebouw staat immers in de Top-100 van Nederlandse monumenten. Het wordt beschouwd als een van de mooiste stadhuizen in Nederland en is mede daarom een gewilde trouwlocatie. Het gebouw laat zich lezen als een geschiedenisboek. In meer dan vijf eeuwen is het aan de binnen- en buitenkant verbouwd en aan de smaak van de tijd aangepast. Zo heeft er ook van 2013 tot 2015 een ingrijpende restauratie plaatsgevonden. Ter gelegenheid van de afronding ervan verschijnt dit boekje. Hierin wordt in kort bestek de rijke (bouw-)geschiedenis van dit bijzondere gebouw beschreven. Aan bod komen ook de stadsgeschiedenis en hoe stedelijke functies als bestuur en rechtspraak zich in het gebouw vertaalden. Daarnaast worden enkele topstukken uit het stadhuis belicht. Over de auteurs: Peter Blom is stadsarchivaris, werkzaam bij het Zeeuws Archief te Middelburg en beheerder van de gemeentelijke kunstcollectie. Tiny Polderman studeerde archeologie en publiceert regelmatig over Zeeuwse (cultuur-)historische onderwerpen. Zij zijn getrouwd en hebben drie zonen. Samen schreven ze ook Veere | van vissersbuurt tot vestingstad (Goes, 1996).