Onze titels

‘Pas op voor uiterlijke schijn’, waarschuwt Jacobus Bellamy zijn verboden liefde Fransje, ‘bedenk dat die vergulde heertjes zelden brave mannen zijn.’ Aan schijnheiligheid heeft de jonge Vlissingse bakkersknecht en dichter een hekel. Als enkele notabelen zijn talent herkennen en een theologiestudie in Utrecht betalen, grijpt hij de kans om uit Vlissingen weg te komen waar hij zich een ‘gekluisterde geest’ voelt. Hij sluit zich aan bij de patriotten die strijden tegen de heersende almacht van stadhouder Willem V. Onder het pseudoniem Zelandus ontwikkelt hij zich tot spraakmakend dichter en nationaal bekend patriot. Zijn erotische liefdesverzen maken hem mateloos populair onder de ‘juffers’. Hij groeit uit tot een dichter des vaderlands, rebel en blogger avant la lettre, gebruikmakend van de sociale media van zijn tijd. Ook manifesteert hij zich als dwarsdenker en als vernieuwer van de dichtkunst en roept op om van de gebaande paden af te wijken. Maar er is ook veel drama en tragiek: de onmogelijke liefde voor Fransje, zijn steeds slechtere gezondheid, een armoedig bestaan als student. Bellamy’s veel te korte levensloop fascineert, verbaast en intrigeert. Zijn meeslepende levensverhaal is het meer dan waard om voor een hedendaags publiek aan de vergetelheid onttrokken en opnieuw verteld te worden.

De cruciale rol die een vader speelt… Het kleinschalige boerenleven van toen, dichtbij de aarde, met de seizoenen… De kennismaking met erotiek, liefde en dood… Een boek met een luchtig levensbeschouwelijk accent in de sfeer van een historische streekroman. Wim Jansen vertelt over zijn vader, een heftig levende man die als boer van het leven genoot maar er ook hartstochtelijk aan heeft geleden. De confrontatie met de dood vormt de rode draad in de verhalen. Een thema dat lichtvoetig ter sprake wordt gebracht maar naar het eind toe steeds indringender – tot uiteindelijk verzoening met de dood plaatsvindt. Dit alles tegen de achtergrond van het Zeeuws-Vlaamse boerenleven uit het derde kwart van de vorige eeuw, met alle turbulente maatschappelijke ontwikkelingen van dien. De titel is ontleend aan het bekende gedicht Voor vader van Hans Lodeizen. Wim Jansen, emeritus predikant van Vrijzinnig Delft en de Vrijzinnige Koorkerkgemeenschap in Middelburg, heeft verschillende publicaties op zijn naam staan, o.a. Waar ben je nu? – over de dood van onze dierbaren, Boerenkind – geschiedenis van een paradijs, Vlammend paradijs – bekentenissen, Dominee zoekt God – dagboek van een laatste zondagmorgen, de dichtbundel Zingen aan de Styx en Bron in je brein – bidden tot de God in wie je niet gelooft. In juni 2019 verschenen zijn dierenverhalen O hemel, zei de krokodil – 52 dierenverhalen voor jong en oud om zoiets als God ter sprake te brengen. Zie ook zijn website www.wimjansen.nu

Het fotoboek Zuver Zeeuws is het resultaat van tientallen tochten door de provincie en bevat een selectie van honderd beelden. Voor grafisch vormgever Jan van Broekhoven en journalist Cees Maas was het een megaproject in hun oergebied, dat zijn afsluiting vindt in dit boek. In hun talloze verkenningen door Zeeland zochten ze naar niet alledaagse beelden en sferen die bij elkaar een nieuw en indringend beeld van de provincie schetsen. Het boek bevat ook korte teksten die de foto's niet verklaren, maar ze met elkaar verbinden en er een betekenislaagje aan toevoegen. Zuver Zeeuws is een fine art-project over Zeeland. Het is een zeer persoonlijk verhaal geworden. Een road trip door een eigenzinnig gewest.

‘Je hebt het verkeerd gedaan mam, het was foute boel!’ Mijn vierjarige dochtertje Meike staat met een opgeheven vingertje voor me. ‘Je dacht dat ik een meisje was toen ik geboren werd, maar ik ben een jongen!’ Vanaf dat ze kon praten, maakte Meike duidelijk dat ze een jongen was. Dit verhaal beschrijft de weg die een moeder en haar transgender kind volgen om de ‘foute boel’ zoveel mogelijk te herstellen. Deze weg voert langs artsen en ziekenhuizen, maar ook langs instanties, scholen en sportclubs. Overal is er iets uit te leggen, en overal worden er goedbedoelde opmerkingen gemaakt. Nuchter wordt er verslag gedaan van de af te leggen weg, terwijl het contrast tussen deze weg en de rest van de wereld steeds groter wordt. Dit zal niet alleen herkenbaar zijn voor moeders van transgender kinderen, maar voor alle ouders met een kind waar ‘iets mee is’. Het is een verhaal over verdriet en onmacht, maar vooral ook over veerkracht en liefde. Petra de Bil is psycholoog, hogeschooldocent en onderzoeker. Eerder schreef zij studieboeken voor sociaal-maatschappelijke opleidingen over ontwikkelingspsychologie en onderzoek.

Ik ken je niet persoonlijk en toch ken ik je. Tot op het bot, zou ik bijna zeggen. Als ik je aankijk, zie ik het in je ogen. Jouw kracht, die huist in jouw verdriet. Ik zie het verdriet, omdat ik het ken. Vertel eens, hoe oud was jij toen jouw mama overleed? Heb je herinneringen aan haar? Weet je nog hoe ze naar je keek, hoe ze lachte, welk verhaaltje ze aan je voorlas? Weet je hoe ze voelde, hoe ze rook? Op jonge leeftijd geconfronteerd worden met de dood van een ouder is traumatisch, ook al noem je dat zelf misschien niet zo. De auteur neemt je mee in haar persoonlijke verhaal en laat je zien wat jij zelf kunt doen om het grote gemis te aanvaarden. Door voorbeelden uit de praktijk en oefeningen waarmee je zelf aan de slag kunt, helpt dit boek je om te helen en weer meer te genieten van het leven. Over de auteur Susan van der Beek (1962) is schrijver en systemisch coach. Aan haar moeder heeft zij geen herinneringen, omdat ze pas twee jaar was toen haar moeder op 31-jarige leeftijd aan de gevolgen van borstkanker overleed. In haar praktijk voor coaching en familieopstellingen werkt zij met het thema jong ouderverlies.

Cultuur wordt kultuur Culturele Collaboratie in Zeeland 1940-1944 Toen in mei 1940 het Duitse leger ons land overwon, begon daarmee een bezetting van vijf jaar. Aan deze bezetting zijn uiteraard verschillende aspecten verbonden: behalve de wegvoering van en de moord op de joodse landgenoten, kent de geschiedschrijving van de Tweede Wereldoorlog allerlei politieke, militaire, sociaal-economische aspecten, alsmede elementen van verzet en collaboratie. Een belangrijk doel van de Duitse bezetting was de nazificatie van ons land, van het dagelijkse leven, van de pers en het culturele leven. Over dit laatste gaat het boek waarvoor financiële steun wordt gevraagd. Volgens de nationaal-socialisten mochten de muzen niet zwijgen, als de wapens spraken. Het beïnvloeden van het culturele leven was immers een essentieel onderdeel van de Nieuwe Staatsorde. Hoe pakte dat in Zeeland uit? Dat is de centrale vraag voor dit boek over het culturele leven tijdens de oorlog in Zeeland. In studies over de Tweede Wereldoorlog in de provincie wordt daarvan geen samenhangend overzicht gegeven. In Zeeland 1940-1945 van Levien de Bree uit 1979 beperkte de wereld van kunst en cultuur zich tot enkele bladzijden. Ook in het aanvullende deel van Gijs van der Hams Zeeland 1940-1945 vormt de sector kunst en cultuur, zowel qua aanbod als beleidsmatig een ondergeschikt terrein. In de vierdelige Geschiedenis van Zeeland komt de Tweede Wereldoorlog slechts in bescheiden mate voor. Dat geldt zeker voor het gedeelte over het culturele leven. In deze en andere werken, zoals stadsgeschiedenissen, wordt de nieuwsgierigheid naar het gebied van kunst en letteren, van cultuur en het betere amusement tijdens de oorlog, niet bevredigd. Tijdens het onderzoek naar de historische context van enkele biografische studies ontstond in toenemende mate de behoefte het culturele leven tijdens de bezetting systematisch in kaart te brengen. Ik wilde weten hoe de mensen in de provincie op het gebied van kunst en letteren voorgelicht werden, welke kunstenaars een hoofdrol speelden, wie een bijrol en wie helemaal geen rol. Naar welke films, toneelstukken, concerten, lezingen en concerten konden de Zeeuwen gaan en wat kregen ze voorgeschoteld? Hoe sloegen de kunstenaars in Zeeland zich door die duistere jaren? Wie kozen voor samenwerking met de bezetter en hoe verliep dat? Wat was de rol van de pers op dit gebied? Op landelijk niveau is de laatste jaren veel onderzoek gedaan naar deelaspecten. Er zijn standaardwerken, dissertaties en populaire publicaties op allerlei terreinen: de legale pers, het toneel, het orkestwezen, de radio, de Kultuurkamer, het cultuurbeleid van het ministerie, het cabaret en de film, het boekwezen en nog veel meer, zoals de culturele uitwisseling tussen Nederland en Duitsland, het archiefwezen, de monumentenzorg en de herbouw van beschadigde steden en dorpen. In het beoogde boek wordt juist een samenhangende schets gegeven en wel toegespitst op de provincie Zeeland. Juist door de beperking tot de provincie was een samenhangend overzicht mogelijk, met bovendien veel aandacht voor individuele lotgevallen. Maar de provinciale benadering was nog op een andere wijze interessant. Voor de oorlog was het culturele aanbod in Zeeland beperkt en in hoofdzaak geconcentreerd in Middelburg, in mindere mate in Goes en Vlissingen. Van cultuurspreiding door de overheid was geen sprake en in sommige opzichten was het culturele aanbod zeer bescheiden. Het Duitse bestuur stimuleerde juist in het kader van de nazificatie een breed aanbod van bijvoorbeeld film en cabaretesk amusement. Deze activiteiten zijn des te opvallender omdat Zeeland, onder andere doordat het Sperrgebiet was, een relatief geïsoleerde provincie was. Het Duitse bestuur in Zeeland, met name Beauftragte Münzer, had bovendien grote belangstelling voor de tradities in 'zijn' provincie, met een bevolking van boeren en vissers, met een landelijke, zuiver karakter, met de klederdrachten, het dialect, kortom 'het Zeeuws eigene'. In de nazi-ideologie kwam daarin de volksgeest tot uiting. Culturele activiteiten en publicaties waren tijdens de bezetting alleen mogelijk in samenwerking met en onder aanvaarding van het toezicht van de bezetter. Daarmee gaat dit boek over wat wel genoemd wordt 'culturele collaboratie'. De term komt behalve op omslag, titelblad en in het nawoord nergens voor. Door het culturele leven te beschouwen vanuit het perspectief van verzet of collaboratie, wordt immers, gewild of ongewild, een moreel oordeel geïmpliceerd en dat leek mij niet zinvol en zelfs ongewenst. In de opbouw volgt het boek in eerste instantie het begin van de oorlog, wordt aandacht besteed aan de nationaal-socialistische cultuuropvatting en de vestiging van het Duitse bestuursapparaat. Vervolgens komen de maatregelen voor de pers aan de orde en wijze waarop het Duits bestuur met name op cultureel gebied zich profileerde en zich bemoeide met de herbouw van o.a. Middelburg. In dat verband zijn de activiteiten van de Duitsch-Nederlandsche Kultuurgemeenschap van belang. Voordat uitgebreid het 'uitgaansleven' aan de orde komt, wordt aandacht besteed aan allerlei instellingen, zoals het Zeeuwsch Genootschap met zijn museum en de archieven. In de tweede helft van het boek staan individuele kunstenaars centraal. Aan het slot van het boek komen thema's als internering en zuivering aan bod.

De maritieme geschiedenis van Middelburg kent een lange traditie van handels- en scheepvaartorganisaties, zoals de VOC, WIC en MCC. Minder bekend is de in 1771 opgerichte 'Societeyt ter Navigatie op Essequebo en annexe Rivieren'. Doorgaans afgekort tot Sociëteit van Essequebo (SvE). De oprichting was het gevolg van een decennialange belangenstrijd tussen Amsterdam en Middelburg om de Zuid-Amerikaanse kolonie Essequebo en Demerary, het huidige Guyana. Om de Zeeuwse krachten te bundelen trok de Sociëteit kapitaal aan door middel van een aandelenemissie, waarvoor zo'n 180 aandeelhouders tekenden. Daarmee kochten de gekozen directeuren fregatten aan voor de vaart op de genoemde kolonie. Tot op heden is nauwelijks aandacht besteed aan dit maritieme bedrijf. Deels kan dit verklaard worden door gemis aan bronnen-materiaal, want tijdens de oorlogsbrand van mei 1940 ging het stadsarchief van Middelburg in vlammen op. De toen al incomplete bedrijfsadministratie van de SvE ging daarbij volledig verloren. Ondanks dit gemis aan archiefmateriaal is de auteur erin geslaagd om de geschiedenis van dit scheepvaartbedrijf te reconstrueren. Daarvoor onderzocht hij enkele tientallen Nederlandse archief-collecties en docu- menten in particulier bezit. Met deze studie wordt een onderbelicht stukje geschiedenis uit het Nederlandse maritieme verleden aan de vergetelheid onttrokken. Over de auteur Ruud Paesie (1956) is maritiem historicus. Hij publiceert over uiteenlopende maritieme onderwerpen, veelal vanuit een Zeeuws perspectief.

Toen de gemeente Middelburg in 2001 een schilderij zou kopen van de kunstschilder Reimond Kimpe ontstond commotie: Kimpe had het doek van het door brand geteisterde stadhuis gemaakt tijdens de oorlog. De koop ging niet door wegens het verleden van de artiest. Kimpe (Gent, 1885) was een uit België gevluchte Vlaamse activist. Hij werd bij verstek tot de doodstraf veroordeeld. In 1919 kwam hij in Middelburg wonen. Pas omstreeks 1923 begon hij te schilderen. Voor de Tweede Wereldoorlog werd zijn werk gewaardeerd en goed verkocht. Ook exposeerde hij landelijk en zelfs internationaal. In de eerste jaren van de Tweede Wereldoorlog was hij lid van de NSB in de hoop zijn Vlaamse idealen weer te kunnen realiseren. Na een periode van internering wist Kimpe zich opnieuw als beeldend kunstenaar te vestigen. Bij verzamelaars, enkele musea en galeries en in het bijzonder bij het Zeeuwse publiek en de overheid werd zijn werk gewaardeerd. Hij overleed in 1970. In Een getekend leven wordt Kimpe's leven beschreven: gevluchte Vlaming, geprezen kunstschilder, omstreden collaborateur. Voor het boek werd uitvoerig onderzoek gedaan en gebruikgemaakt van het familiearchief. Over de auteur Lo van Driel (1944) studeerde Nederlandse taal- en letterkunde. Hij promoveerde op de taalkunde van de negentiende eeuw en schreef over allerlei taalkundigen, onder wie J.H. van Dale. In 2015 verscheen van hem een biografie van de schrijver Jan H. Eekhout.

Vanaf juli 2014 verschijnt wekelijks de bij Vlissingers populaire rubriek Blauwgeruite Ziel in weekkrant De Faam. In deze rubriek komen bijzondere gebouwen, mensen en gebeurtenissen uit de rijke Vlissingse geschiedenis tot leven. Waargebeurde verhalen die de sfeer, herkenning en herinneringen aan het Vlissingen van vroeger doen herleven. Een bewogen geschiedenis met vele hoogte- en dieptepunten. In dit boek zijn 100 afleveringen van Blauwgeruite Ziel gebundeld. Rijk geïllustreerd met foto's uit de grote beeldcollectie van het gemeentearchief Vlissingen. Gemeentearchivaris Ad Tramper schreef het voorwoord. Auteur Gerard van der Hoeven (1956) werkt sinds 2011 als freelance verslaggever voor Weekkrant De Faam. Hij won in 2012 de landelijke Writing4U persprijs voor het beste artikel in een huis-aan-huiskrant. Hij schreef vaker over zijn geboortestad Vlissingen. Hij deed dat voor onder andere de PZC, De Wete en Den Spiegel. Van der Hoeven publiceerde twee boeken over Vlissingen. In 2003 verscheen zijn reconstructie van de spraakmakende roofmoord in De Keersluismoord, een dubbele roofmoord in Vlissingen in 1937. En in 2011 kwam het jubileumboek Piekboek uit over 40 jaar jongerencultuur in Vlissingen, met als middelpunt het jongerencentrum De Piek.