Onze titels

In de ontwikkeling van het moderne Nederland is de Bataafs-Franse tijd van beslissende betekenis geweest. Staatkundig vormde deze periode de overgang van de Republiek der Zeven Verenigde Nederlanden naar het Koninkrijk der Nederlanden, kerkelijk gezien betekende ze de transformatie van de oude Gereformeerde Kerk in de zeven provinciën naar de nationale Hervormde Kerk, die haar beslag kreeg bij het Algemeen Reglement van 1816. Ook Vlissingen deelde in deze ingrijpende veranderingen. Naast de Franse bezetting en latere inlijving bij Frankrijk kreeg de stad, na eerdere revolutionaire woelingen, te maken met een ernstige overstroming in 1808 en een Engelse beschieting en verovering in 1809. In dit boek wordt beschreven hoe de plaatselijke gereformeerde kerk deze moeilijke periode doorstond. Ze verloor twee kerkgebouwen en kreeg tevens te maken met politieke conflicten en kerkelijke ruzies. Haar ledental daalde drastisch en zes van de zeven predikanten beëindigden hun werkzaamheden. Voornamelijk gebaseerd op de notulen van de kerkenraad komen hierbij de uiteenlopende aspecten van het kerkelijk leven aan de orde, waarbij tevens aandacht wordt besteed aan de andere kerkgenootschappen.

Twee delen van het voorwoord. Het boek van onze vader Ramon is een prachtige verzameling van zijn tekeningen, gedichten, stripverhalen en songteksten. Het project kwam tot stand voordat hij wist ongeneeslijk ziek te zijn. Op 9 februari 2024 kreeg hij dit ongelukkige nieuws te horen. Ondanks deze kennis bleef hij creëren, omringd door zijn geliefde familie en vrienden. Op 2 augustus 2024, in de vroege ochtend, blies hij zijn laatste adem uit in de handen van zijn trouwe vriend Cor. Het begrip 'parafernalia' heeft meerdere betekenissen: het verwijst naar 'bij iemand of iets behorende zaken'en 'alle objecten die nodig zijn voor of verbonden zijn met een bepaalde activiteit'. Voor Ramon symboliseerde dit woord de rijkdom van zijn verzamelde creaties. Terwijl hij zijn ziekte onder ogen zag, begon hij aan het einde van zijn boek, zijn levenswerk. Het biedt een visueel en emotioneel overzicht van zijn zorgvuldig samengestelde oeuvre van de afgelopen 40 jaar, waarin zijn unieke visie en artistieke gaven tot uiting komen.

Voor schut gezet De schutte: een verdwenen en vergeten voorziening in het Zeeuwse dorp, in het bijzonder op Walcheren Tot in de twintigste eeuw was in vrijwel elk Zeeuws dorp en ook in de meeste steden een schutte of schotte te vinden, en dat al eeuwenlang. Het was een ruimte van enkele vierkante meters, stevig omheind, waar vee dat loslopend was aangetroffen tijdelijk gestald kon worden ofwel voor schut gezet. Pas tegen betaling van een boete kon de rechtmatige eigenaar zijn kalf of varken meekrijgen. De officieel aangestelde toezichthouder was de schutter of schotter. Op één uitzondering na is nergens in Zeeland en schutte bewaard gebleven. Met het verdwijnen van de schutte is ook de herinnering vervaagd aan een weliswaar onooglijk element, maar wel een element dat eeuwenlang onmisbaar was in de sterk agrarische samenleving van toen. Genoeg reden om op zoek te gaan naar de geschiedenis van de schutte als ooit wijdverbreide, maar inmiddels vergeten en vrijwel verdwenen voorziening. Dr. A.P. (Aad) de Klerk is historisch geograaf, promoveerde in 2003 op het proefschrift ‘Het Nederlandse landschap, de dorpen in Zeeland en het water op Walcheren’, en was onder andere auteur van de ‘Historische atlas van Zeeland’ (2015; tweede druk 2021).

Ellewoutsdijk, juli 1941: de gemeenteraad benoemt een nieuwe onderwijzeres. Vrij snel ergert zich een deel van de bewoners aan haar vrijmoedige omgang met Duitse soldaten. In november 1944, een dag na de bevrijding van Middelburg, werd de onderwijzeres Sijke M. gearresteerd. Ze bracht bijna twee jaar door in vijf verschillende interneringskampen. Aanvankelijk werd ze verdacht van contacten met leden van de Wehrmacht. Uit de reconstructie van haar zaak bleek er meer aan de hand te zijn. Een verhaal over een onderzoek naar het leven van een bijzondere vrouw tijdens en na de Tweede Wereldoorlog.

Deze bundel verhalen over Vlissings trots, de Sint Jacob, is een initiatief van de Stichting Instandhouding Sint Jacobskerk Vlissingen. De Sint Jacob hoort bij Vlissingen als water bij de zee. Ruim honderd vrijwilligers zetten zich met hart en ziel in voor het behoud van dit prachtige gebouw, dat naast zijn kerkelijke functie geschikt is voor een gevarieerd en rijk cultuuraanbod voor jong en oud. Cultuur brengt mensen samen en verbindt. Samen houden we de Sint Jacob in stand. De opbrengst van dit boekje komt geheel ten goede aan het onderhoud van het gebouw.

De bouw van de Nieuwe Sluis in Terneuzen trok de afgelopen jaren tienduizenden nieuwsgierige Terneuzenaren, vakantiegangers en talloze officiële delegaties. Wat een “meesterwerk” klonk het bewonderend uit hun monden. Dit boek gaat niet alleen over deze nieuwe zeesluis, maar ook over twee andere meesterwerken van beton, staal, water én van politiek vernuft: de grensoverschrijdende fusie van de havens van Vlissingen, Terneuzen en Gent tot North Sea Port en de aanleg van het 107 kilometer lange Canal Seine-Nord Europe in NoordFrankrijk. Tussen de Schelde en de Seine ontstaat daardoor voor de Nederlandse binnenvaart een nieuwe, duurzame waterweg. Met Terneuzen als poort naar Parijs voor de grote binnenvaart. Deze drie meesterwerken spelen een grote rol in de vergroening van bedrijven en het goederenvervoer. “Een weg van 1000 mijl begint met één eerste stap” aldus een Chinese wijsgeer. Een lange reis naar een duurzame toekomst is in Zeeland, Vlaanderen en Noord-Frankrijk begonnen.

Voor een stad in laag-Nederland vertoont Middelburg opvallend veel hoogteverschillen - misschien niet spectaculair, maar wel heel kenmerkend. Wie bijvoorbeeld fietsend of lopend de 'klim' maakt van de Balans naar de Groenmarkt, ervaart het hoogteverschil van om en nabij vijf meter (!) aan den lijve. En zo kent de binnenstad heel veel meer saillante hoogteverschillen. Voor het eerst wordt nu verklaard welke hoogteverschillen er zijn en met welke achtergrond. Dat betekent uitleg over de hogere kreekruggen waarop de oudste straten liggen; over de rol van de aanleg van Molenwater, oude en nieuwe haven; en over het weinig bekende effect van de wederopbouw, toen extra hoogteverschillen in de binnenstad zijn aangebracht. Een leemte in de geschiedenis van Middelburg wordt hiermee opgevuld. En een nieuwe kijk op de stad-van-vandaag geboden. Veel illustraties maken aanschouwelijk waarop bewoners én bezoekers van Middelburg moeten letten. Met deze geheel nieuwe invalshoek draagt deze publicatie niet alleen bij aan de geschiedschrijving van de stad, maart leert ze de lezer ook te kijken naar onvermoede aspecten van de omgeving. Dr. A.P. (Aad) de Klerk is historisch geograaf, promoveerde in 2003 op het proefschrift 'Het Nederlandse landschap, de dorpen in Zeeland en het water op Walcheren', en was onder andere auteur van de 'Historische atlas van Zeeland'(2015 tweede druk 2021).

Museumschip Mercuur kwam in 1954 als oceaanmijnenveger Hr.Ms. Onverschrokken uit de VS in dienst bij de Koninklijke Marine. Als torpedowerkschip Hr.Ms. Mercuur maakte het vele reizen naar Noorwegen en Schotland, de Bahama’s en de Middellandse Zee. Het schip doorstond in die tijd menige schijntorpedering, 53 graden slagzij, regelmatig binnenstromend zeewater, rijkelijk stromend bier, Noors drijfijs, stevige machineschade en een bijna fatale aanvaring. Nu geniet deze Grand Old Lady van haar oude dag in het historische Dok van Perry in Vlissingen. Het verhaal komt tot leven met meer dan 250 foto’s en de verhalen van oud-opvarenden en vrijwilligers die het schip als living history museum een toekomst geven. Met een gezamenlijk voorwoord van de commandant van de huidige Zr.Ms. Mercuur en de groepscommandant Onderzeedienst en een voorwoord van Frans Boetes, de founding father van de Mercuur als museumschip. AUTEUR Paul Goossen (Vlissingen, 1967) is vrijwilliger op museumschip Mercuur in Vlissingen. Hij werd door het werk van zijn vader op scheepswerf De Schelde aangestoken door het maritieme virus en verzamelde alles wat los en vast zat van de marine. Deze jeugdliefde zou niet meer overgaan. Voor Onverschrokken overleefster dook hij in de archieven en spoorde de verhalen op van oud-opvarenden en andere betrokkenen die een rol speelden in de zeventigjarige geschiedenis van het schip

Françoise van der Wiele wordt als tweede dochter van kleermaker Gerard van der Wiele in 1836 geboren in Axel. Zij groeit op in een gelukkig gezin. Helaas verliezen haar ouders vier dochtertjes op jonge leeftijd. Haar vader overlijdt op 42-jarige leeftijd, een bittere slag voor moeder en kinderen. Françoise moet al gauw als dienstmeisje gaan werken. In 1854 ontmoet ze Hans Hottinga uit Friesland, waar ze een jaar later mee trouwt. Hans verdient een goede boterham als blikslager. Het echtpaar krijgt vier kinderen. Hans wordt evenmin oud, slechts 32, sterft hij aan tbc. Françoise kan het niet begrijpen, waarom zo jong, haar verdriet is heftig. Na drie jaar hertrouwt ze met Jan Leeuwe, onderwijzerszoon uit Ellewoutsdijk. Aanvankelijk lacht het leven haar weer toe. Er komt nog een zoontje, ook een Jan. Het geluk duurt anderhalf jaar. Jan wordt ingerekend door de veldwachter in Axel, hij blijkt een sluwe crimineel. In de strafgevangenis moet hij drie jaar ‘zitten’. Na het einde van zijn straf is hij twee tot drie weken op vrije voeten. Dit herhaalt zich enkele malen. De laatste keer komt hij niet eens meer naar huis. Haar levensverhaal vertelt ze aan haar kinderen in brieven, waarbij ze uitdrukkelijk stelt deze brieven pas gelezen mogen worden na haar dood.

Kijkend naar het verleden: een handvol 'noodwoningen', gebouwd in 1946 en gesloopt in 1967. Het Havendorp lag aan de Buitenhaven van Vlissingen en was voorzien van veel water, een voetbalveldje, het café De Boei, een kruidenier, de melkboer, het kleuterschooltje De Zonnebloem en zelfs een souvenierwinkeltje (ites wat ik sterk betwijfel). Ook waren er de 'barakken' met de eerste lading Ambonezen die toen op grote schaal naar Nederland kwamen en hier in Vlissingen voet aan wal zetten. De tijd op het Havendorp: het waren voor mij 'gouden dagen'. Ik liep op de bodem van mijn bestaan, en nog.

Wanneer Leo een telefoontje krijgt van een verwijzende huisarts slaat de twijfel toe. Hoe heeft het zo verkeerd kunnen gaan? Was het de intimiteit van de spreekkamer of was het de adoptieachtergrond van zijn patiënte? In dit verhaal zoekt een psycholoog naar de verklaring voor het ontsporen van de relatie tussen patiënt en behandelaar. Het dwingt hem om op zoek te gaan naar zijn verleden waar hij geconfronteerd wordt met de pijnlijke waarheid. Hans Reijnierse is GZ-psycholoog. Hij heeft een psychologiepraktijk in Middelburg. Daarnaast is hij ook als psycholoog verbonden aan de HZ University of Applied Sciences.

De rol van Carolus Matheus Ghijsen op Walcheren is groot geweest. Hij is sterk betrokken bij het ontwerp en de bouw van de schutsluis in Veere tussen 1868 en 1873. Daarna is hij firmant geworden bij de stoomhoutzagerij Walcheren in Middelburg, die hij samen met G. Alberts heeft opgericht en uitgebouwd tot een grote houthandel. Betrokkenheid bij het welzijn van het personeel is voor hem belangrijk. Veel ander charitatief werk is met hart en ziel ondersteund door zijn echtgenote Nelly Proos. Pim van Geuns (Rheden 1943) is werkzaam geweest in de IT industrie. In zijn vrije tijd onderzoekt hij familie historie en de geschiedenis van daarmee verband houdende ondernemingen. Hij is een achterkleinzoon van Carolus Matheus Ghijsen. Van zijn hand verschenen eerder: De Zaanstroom, De Koninklijke Cacao en Chocoladefabrieken De Erve H. de Jong in Wormerveer en Tribuswinkel (Ö) © 2008 Stichting Uitgeverij Noord-Holland, De Familie Schoute 1630-heden Handelaren in Olie, Fabrikanten van Cacao en Chocolade en Beoefenaren van de Wetenschap © 2008 Stichting Uitgeverij Noord-Holland.